Direct naar content

Bestuursraad SZW: ‘Wat Midden-Utrecht Werkt Door doet is belangrijk’

De bestuursraad van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een bezoek gebracht aan Midden-Utrecht Werkt Door. In korte tijd zijn we als RMT samen met partners in de regio een factor van betekenis geworden bij het aan de slag helpen van Oekraïense vluchtelingen. Carsten Herstel, directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie: ‘Wat het RMT doet is superbelangrijk.’

Het werkbezoek van SZW vond plaats in Kerk aan het Lint in Leidsche Rijn, sinds het uitbreken van de oorlog de ontmoetingsplek van Oekraïense vluchtelingen in de omgeving van Utrecht. Tijdens de bijeenkomst deelden Oekraïners hun ervaringen tijdens de zoektocht naar werk. Werkgevers vertelden aan de bestuursraad over de voor- en nadelen van het aannemen van deze groep nieuwe werkzoekenden. Ook waren professionals van de uitvoering uit de regio aanwezig. Zij vertelden over hun plan van aanpak in het razendsnel opzetten van een regionaal samenwerkingsverband voor deze nieuwe groep met bijzondere status: Oekraïners konden al snel aan het werk. Een nieuwe samenwerking is bijvoorbeelden de regionale banenmarkten die nu voor alle anderstaligen in de regio geschikt zijn en druk worden bezocht door werkzoekenden én werkgevers. Tijdens het werkbezoek schoven vertegenwoordigers van het ministerie aan bij de verschillende speedmeets die werden gehouden.

Kansen op de arbeidsmarkt
Van de Oekraïense vluchtelingen tussen de 15 en 65 jaar die op 1 november 2022 in Nederland waren, werkte 46 procent in loondienst. De arbeidsparticipatie onder Oekraïense vluchtelingen groeit, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De cijfers tonen aan dat Oekraïners gebruikmaken van de kansen die er voor hen zijn op de arbeidsmarkt. In tegenstelling tot andere vluchtelingen hoeven ze geen werkvergunning aan te vragen. Werkgevers hoeven het alleen te melden als ze een Oekraïense vluchteling in dienst nemen. De arbeidsparticipatie onder Oekraïense vluchtelingen is dan ook hoger dan die onder statushouders die sinds 2014 naar Nederland kwamen, waarvan slechts eenderde aan het werk is, schreef de Volkskrant eerder.

 

Taal als barrière
Indrukwekkende verhalen zijn er in soorten en maten. Verteld door mensen die kort in Nederland zijn, maar zich toch al goed verstaanbaar kunnen maken. Een chirurg die hier moeilijk aan de slag komt maar er met ondersteuning alles aan doet om het taalniveau te bereiken dat is vereist voor een registratie. Een moeder met twee jonge kinderen die met haar ICT-opleiding hoopt op een baan in die sector. Zo ver is het nog niet, maar ze heeft ook een groot-rijbewijs en het RMT onderzoekt voor haar de mogelijkheid van werken als buschauffeur bij Connexxion.

Behoefte aan info
Duidelijk wordt dat Oekraïners nog vaak vragen hebben over hoe de Nederlandse arbeidsmarkt in elkaar zit. De behoefte aan informatie is dan ook groot. Stan Katee, directeur-generaal Werk, geeft tijdens een van de sessies aan dat zijn ministerie daar extra naar gaat kijken. Hij adviseert de dienstverleningspartners Oekraïners op creatieve wijze te ondersteunen. “Er zijn regels, maar gebruik vooral ook je gezonde verstand. Jullie improviseren, wij doen dat ook. Het doel is Oekraïners aan het te werk krijgen, niet om aan boekhoudregels te voldoen.”

Ministerie trots
De bestuursraad prijst de inspanningen van het RMT. Carsten Herstel, directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie: “Wat het RMT doet is superbelangrijk. Ik ben trots dat we de ondersteuning samen in zo’n korte tijd op poten hebben gezet, dwars door alle instituties heen.” Inspanningen blijven nodig, ook dat wordt duidelijk. Wie langer hier is, krijgt logischerwijs meer behoefte aan werk dat beter past bij zijn of haar achtergrond. Gespreksleider Geraldine van Bloemendaal tijdens een speedmeet:  “We realiseren ons dat maatwerk noodzakelijk is, dat wordt onze volgende stap.” Met financiële steun van het ministerie probeert het RMT de scholing te verbeteren, vooral als het gaat om het onder de knie krijgen de Nederlandse taal.

Creativiteit loont
Maar beheersing daarvan is niet voor alle werkgevers even belangrijk. “Wie Engels spreekt, kan bij ons flink doorgroeien,” zegt de woordvoerder van een Utrechts hotel waar 15 Oekraïners werken. “We kijken vooral naar wat iemand wil en kan. Sommigen vinden laagdrempelig werk prima, maar we hebben ook een assistent-manager housekeeping uit Oekraïne.”
Banenmarkten leveren werkgevers vaak goede resultaten op. Maar ook hier loont creativiteit. De ondernemer met een technisch uitzendbureau: “Vlak achter ons kantoor worden Oekraïners gehuisvest. Ik ben gewoon naar binnen gestapt om te vragen wie er belangstelling had om voor ons te werken.”

Marieke van Wallenburg, kersvers secretaris-generaal van het ministerie, luistert aandachtig. Ook zij is onder de indruk van de verhalen. “Je voelt de veerkracht van de Oekraïners. Ze zijn eveneens realistisch: als ik een baan wil, dan moet ik ook de taal leren. Het is mooi om te zien hoe alle partners samen hun best doen, iedereen is enorm betrokken en bevlogen.” Die betrokkenheid zal niet verminderen, maar ongetwijfeld nieuwe vormen aannemen nu de pioniersfase voorbij is en nieuwe uitdagingen voor de deur staan. Dat beseft ook de Utrechtse wethouder Linda Voortman, die het slotwoord uitspreekt. “Ik hoop dat we hier samen over in gesprek blijven.”