Direct naar content

Eén bestuur voor Leerwerkloket en Midden-Utrecht Werkt Door

Foto door Liset Verberne

 

Om de dienstverlening voor werkzoekenden in Utrecht en omgeving verder te optimaliseren, trekken het Leerwerkloket (LWL) en het regionaal mobiliteitsteam Midden-Utrecht (RMT Midden-Utrecht) steeds meer samen op om uiteindelijk als één team te gaan opereren. Vanaf nu hebben zij een gezamenlijk bestuur. We spreken Vincent van Veen, operationeel manager RMT Midden-Utrecht en Jaco Ermstrang, manager LWL over het proces van samenwerken, twee verschillende teams en samen een duurzame koers bepalen. 

Waarom is het een goed idee dat het LWL en RMT meer gaan samenwerken?

Vincent: “Onze dienstverlening ligt in elkaars verlengde. We houden ons beiden bezig met loopbaan, leren en ontwikkelen. En allebei de teams werken regionaal én voor alle doelgroepen. Dat versterkt elkaar, maar zorgde in het begin ook voor wrijving. Zo van: ‘Wie is nou waar van?’. Gelukkig vinden we elkaar op de inhoud snel. Jaco en ik kunnen prima samenwerken. In de komende jaren gaat er veel veranderen op de arbeidsmarkt, één sterk team dat zich bezighoudt met loopbanen en ontwikkelen leek ons de meest logische stap.”

Jaco: “De Leerwerkloketten bestaan al meer dan vijftien jaar. Centraal in de dienstverlening staan de begrippen Leren en Werken. Het Leerwerkloket richt zich op iedereen: werkenden, werkzoekenden, jong oud, wel of niet uitkeringsgerechtigden. De regionale mobiliteitsteams zijn in het leven geroepen tijdens de coronacrisis met als doel om werkenden die werkloos dreigden te worden naar ander duurzaam werk te begeleiden. Sinds vorig jaar richt het RMT zich ook op alle doelgroepen en is de dienstverlening van beide organisaties meer overlappend geworden.  Samenwerking is dus belangrijk omdat het om gemeenschapsgelden gaat dat bestemd is voor mensen met arbeid gerelateerde vragen in de regio.”

Een deel van de dienstverlening overlapt dus. Wat zijn de verschillen?

Vincent:RMT kan bijvoorbeeld een compleet loopbaantraject begeleiden terwijl LWL meer een gids is voor kandidaten. Ook op het gebied van taalondersteuning lijkt onze dienstverlening op elkaar, maar toch is er een verschil. RMT koopt enkel taaltrajecten in voor kandidaten terwijl het LWL een bredere taak heeft op taalgebied, ook bijvoorbeeld richting werkgevers voor taalondersteuning op de werkvloer.”

Jaco: “Wat RMT niet doet en LWL wel is dat we in nauwe samenwerking met het Werkgevers Servicepunt leerwerktrajecten aanbieden en organiseren voor voorlichtingsactiviteiten voor professionals in het sociaal domein en onderwijs over de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. En, de naam zegt het al: het Leerwerkloket heeft een loketfunctie voor loopbaanadvies. We bieden dus geen uitgebreide loopbaanbegeleiding aan.”

Het proces van samenwerking verloopt in fasen. Waar staan jullie nu in het proces?

Vincent: “Over het geheel genomen in de ‘normerende fase’ waarin we zoeken naar gemeenschappelijke waarden. Waar vinden we elkaar in het werk, hoe vatten we onze taak op, en wat vinden we elkaars dienstverlening en houding naar elkaar? Soms zetten we stappen vooruit, soms een stap terug. Het is voor ons niet een lineair proces wat op alle onderdelen gelijk loopt.”

Jaco: “Dit proces doen we door in groepjes aan deelprojecten te werken. Zo wordt het dienstverleningspakket gefinetuned, worden de mogelijkheden voor een gezamenlijke werkplek verkend en zijn we bezig met ongekend talent: wie bereiken we nog niet? Ook krijgt praktijkleren aandacht en maken we kennis met elkaar thema’s. Op basis van de resultaten maken we een analyse met elkaar over waar we nu staan, wat er nog ontbreekt en welke stappen we nog moeten zetten.”

Een actuele mijlpaal is dat LWL en RMT één bestuur hebben. Hoe belangrijk is dat?

Jaco: “Heel belangrijk! Binnen het bestuurlijk team zitten vertegenwoordigers van organisaties met mandaat naar hun achterban. Zij die aan de ene kant de lijnen uitzetten, de koers te bepalen, maar ook de ontstane samenwerking uitdragen.’

Vincent:Zo zie ik dat ook. Dat we nu een bestuur delen zie ik als het startsein waarmee het proces van samenvoeging officieel is ingezet. Hiermee is het proces onomkeerbaar geworden. Het geeft aan ons duidelijkheid, wat zich uiteindelijk vertaalt in meer eenduidige dienstverlening voor de klant, de inwoner.”

In de regio wordt veel gesproken over de mogelijke vorming van een RWC, een regionaal werkcentrum. Welke plek krijgen jullie daarin?

Vincent: “Daarin willen we als één organisatie plaatsnemen, de plek waar je moet zijn voor loopbaan, leren en ontwikkelen.”

Jaco: “Dat we een plek hierin krijgen is zeker. De vraag is alleen welke. De stip op de horizon voor het RMT en het LWL is voorlopig komen tot nauwe samenwerking en een integratie van beide organisatie in 2024. Hierop hebben we onze koers bepaald, ongeacht de ontwikkelingen van een RWC en de snelheid waarmee dit gepaard gaat.”

Wat is wat jullie betreft de volgende belangrijke stap in het proces?

Vincent: “Eind van de zomer weten we van de medewerkers hoe zij willen samenwerken, waar dat is en welke doelen we willen behalen. Dat gaan we implementeren en werkbaar maken. In 2024 gaan we dan naar de laatste fase de performingsfase. En parallel daaraan de fase waarin we bouwen aan een RWC.”

Wat hopen jullie uiteindelijk te bereiken voor de inwoner?

Vincent: “Ik hoop dat we dé plek worden waar iedere inwoner verder komt op het gebied van werken, leren en loopbaan.”

Jaco: “Ik sluit me bij Vincent aan. We moeten een makkelijk vindbaar, laagdrempelige voorziening worden waar iedereen met vragen op het gebied van werken en leren terecht kan. Fysiek, maar ook digitaal. Een plek waar je gehoord en gezien wordt, waarvan de slogan is: ‘Omdat het om mensen gaat’.”

 

‘Door de verdergaande samenwerking voeden en verrijken RMT en LWL elkaar, zowel in aanbod als expertise. Zo kunnen de inwoners van Midden-Utrecht nog beter geholpen worden. En daar doen we het voor.’

Beatrijs Wijnberg Rayonmanager UWV Werkbedrijf Midden-Utrecht